Steeds meer renners stappen in de Tour de France af vanwege darmproblemen. Dat is ook niet zo verwonderlijk omdat de renners steeds verder tegen hun fysiologische grenzen aanlopen. Zo niet deze trachten te overschrijden.
Renners zitten in de spagaat om enerzijds voldoende koolhydraten binnen te krijgen om hongerklop te voorkomen en anderzijds hun darmen niet te overvoeren met die koolhydraten, want dan kunnen de darmen van slag raken. Hoe kan dit worden voorkomen? We geven een stapsgewijze uitleg:
1. Het lichaam kan maximaal 750 gram glycogeen opslaan als voorraad in de spieren, hersenen, lever en dergelijke. Glycogeen wordt gemaakt uit verschillende nutriënten zoals vooral uit koolhydraten (pasta, rijst, brood zoetigheid ed). Glycogeen is een snelle brandstof, zeg de kerosine, voor het lichaam. Een goed getrainde renner kan wellicht dit maximum niveau van 750 gr oprekken naar 1.000 gram. Dat komt overeen met 4.000 kcal. Indien voor het rijden meer voedsel zou worden ingenomen, wordt dat als vet opgeslagen ….
2. De darmen kunnen niet meer dan 60 gr koolhydraten per uur opnemen om extra beschikbare en snelle energie aan te voeren. Laten we zeggen bij een getrainde renner 75 gram. Gedurende een etappe van 6 uur komt dat neer op 450 gram beschikbaar glycogeen en dat zijn 1.800 kcal.
3. De totale maximale beschikbaarheid aan vrij glycogeen, gedurende een etappe komt neer op 5.800 kcal (4.000 kcal + 1.800 kcal).
4. Indien een renner meer kcal verbruikt dan die 5.800 kcal stapt het lichaam over op de verbranding van vet. Dat is een minder efficiënt verbrandingssysteem waardoor de renner als het ware kracht verliest. Dan kan zelfs hongerklop ontstaan en kan `het licht volledig uitgaan`. Dat is de vrees voor elke renner. We zien dat vooral in de bergetappes wanneer meer energie wordt verbruikt.
5. Er bestaan echter verschillen tussen renners, zowel wat de vrije en beschikbare hoeveelheid glycogeen betreft alsmede de hoeveelheid kcal die worden verbruikt of verbrandt. Daarom is het moeilijk om daarop de juiste voedselvoorziening af te stemmen. Met goede ervaring kan men ver komen.
6. Toch zijn er renners die teveel koolhydraten naar binnenwerken om hongerklop te vermijden. Dit leidt ertoe dat het overschot aan koolhydraten dat niet door de darmen kan worden opgenomen, in de dikke darm terecht komt. En daar gaan de ongunstige darmbacteriën op teren. Die kunnen ervoor zorgdragen dat er diarree ontstaat.
7. Een oplossing is om vooraf het evenwicht van de darmflora te veranderen. Door probiotica te nemen opdat die de meerderheid in de darmflora gaat vormen en de ongunstige minder vat krijgen. Zie hiervoor het product Diar-Pro van 2PreVent2 (zie www.diarree.nu en www.obstipatie.nu ). Goed is om de gunstige darmbacteriën te voeden met geschikte voedingsvezels, zie hiervoor het product Diar-Pre van 2PreVenT2.
8. Indien renners energiedrankjes nemen, dan is het belangrijk dat de concentratie van de suikers in die drankjes is afgestemd op de hoeveelheid die per uur wordt ingenomen. Dus drinkt men 2 liter water per uur, dan mag dat vocht 30 gr suikers per liter bevatten om aan die totale max van die 60 gram te komen. Wordt er 1 liter gedronken dan mag dat in dit geval 60 gr suikers bevatten.
Indien hiermede rekening wordt gehouden dan is de kans groot dat de klachten van diarree afnemen.
Ir. M.J. Vervoort; voedingsfysioloog en nutritionist
Website: http://www.diarree.nu
Bron: EMEA Persberichten